La mostata - mostarda siciliana

Neem de eerste druivenmost (bijv. 4 L) en breng deze aan de kook in een grote pan.

Voeg langzaam de as toe die is verkregen van verbrande wijnranktakken (ongeveer 25 g per liter, dus ~100 g voor 4 L).

Laat ongeveer 30 minuten koken, totdat het mengsel met ongeveer een derde is ingekookt; zet het daarna uit en laat een nacht afkoelen.

Zeef de afgekoelde most met een fijn, dicht geweven doek; herhaal deze handeling meerdere keren (men raadt tot zeven keer) totdat er geen as meer zichtbaar is.

Meet de overgebleven liters most en verdeel de vloeistof in twee gelijke delen.

Meng in het eerste deel de bloem (ongeveer 130 g per liter), goed roeren tot een homogeen mengsel ontstaat.

Zet het tweede deel van de most terug op het vuur en voeg de eerder geschaalde, geroosterde en fijngesneden walnoten of hazelnoten toe; voeg een snufje kaneel en een snuf zout toe; breng aan de kook.

Voeg geleidelijk het bloemmengsel toe aan het kokende deel, regelmatig roerend met een houten spatel tot een goed gemengd en dik mengsel ontstaat.

Haal van het vuur. Maak de borden licht vochtig met water en giet het hete mengsel er onmiddellijk op.

Bestrooi met een snufje kaneel en met grofgehakte walnoten en hazelnoten. Laat volledig afkoelen voordat u het serveert.

Optioneel (om snoepjes te krijgen): zodra de mostarda is afgekoeld, snijd in blokjes of rechthoekige stukjes en leg ze in de zon onder een muskietennet totdat ze steviger zijn geworden.