
Het boek: Secondigliano. Stephanie is tien jaar oud en elke keer als ze thuis komt, klaagt ze tegen haar moeder omdat haar neven buitenspelen en zij niet. De reden is simpel: zij kunnen omdat ze jongens zijn, zij is daarentegen een meisje. Na school gaat ze op het balkon lezen, de enige buitenruimte waar ze mag zijn. Stephanie studeert en studeert omdat ze weet dat woorden haar enige verdediging tegen de wereld zijn. Haar grootmoeder heeft het haar verteld tijdens de middagen die ze bij haar thuis doorbracht, twee verdiepingen lager in hetzelfde gebouw: "Voor meisjes zijn alle dingen moeilijker. Je moet leren jezelf te verdedigen. Je moet altijd de moed hebben om te spreken, Stephanie." En als zij dat zegt, moet het waar zijn. Bovendien is haar grootmoeder Nannina de Gennaro, bijgenaamd Nannina la Cuntastroppole, de vertelster. Voor sommigen is ze gewoon een oude gek; voor anderen is zij degene die dankzij haar verhalen, de vertellingen in de binnenplaatsen, een identiteit en een waardigheid heeft gegeven aan moeders die uitgeput zijn door de armoede en de brutaliteit van mannen. Met haar verhalen heeft Nannina een gezicht gegeven aan wie dat niet had, heeft ze de zwakkeren gered, heeft ze laten lachen en huilen. Maar nu is het aan Stephanie om haar stem terug te nemen, om in de verhalen een verlossing te zoeken, haar eigen verlossing, dat van een meisje dat een droom heeft: studeren en de vrijheid ontdekken. Stefania Spanò neemt ons mee naar het hart van een realiteit waarin men tussen de stegen, de binnenplaatsen en de pleinen nog steeds de echo van de tradities kan horen. De echo van een verleden dat nooit werkelijk voorbij is gegaan. De echo van een taal die muziek is. De echo van gebaren en bewegingen die van elke plek een openlucht theater maken. Twee hoofdpersonen, twee generaties, twee verschillende Secondigliano's die elkaar ontmoeten en met elkaar botsen. Één ding verandert nooit: het belang van woorden en verhalen. Vandaag net als toen. De auteur: Stefania Spanò is vertelster, Lis-tolk en ondersteuner in het voortgezet onderwijs. Ze leidt al jaren theaterworkshops, creatieve schrijfworkshops, empathische communicatie en visuele poëzie in de turbulente periferiën van de napolitaanse randgemeente, in de rest van Italië en in het buitenland. Als vertelster brengt ze de verhalen van de families en die van haarzelf rond. Ze droomt ervan de wereld rond te reizen met haar kinderen en terug te keren naar Secondigliano met antidota en exotische dranken van burgerlijke ongehoorzaamheid. Dit is haar debuutroman.
Kosten van €19,99, gratis vanaf €0,00
Prijs inclusief btw
Het boek: Secondigliano. Stephanie is tien jaar oud en elke keer als ze thuis komt, klaagt ze tegen haar moeder omdat haar neven buitenspelen en zij niet. De reden is simpel: zij kunnen omdat ze jongens zijn, zij is daarentegen een meisje. Na school gaat ze op het balkon lezen, de enige buitenruimte waar ze mag zijn. Stephanie studeert en studeert omdat ze weet dat woorden haar enige verdediging tegen de wereld zijn. Haar grootmoeder heeft het haar verteld tijdens de middagen die ze bij haar thuis doorbracht, twee verdiepingen lager in hetzelfde gebouw: "Voor meisjes zijn alle dingen moeilijker. Je moet leren jezelf te verdedigen. Je moet altijd de moed hebben om te spreken, Stephanie." En als zij dat zegt, moet het waar zijn. Bovendien is haar grootmoeder Nannina de Gennaro, bijgenaamd Nannina la Cuntastroppole, de vertelster. Voor sommigen is ze gewoon een oude gek; voor anderen is zij degene die dankzij haar verhalen, de vertellingen in de binnenplaatsen, een identiteit en een waardigheid heeft gegeven aan moeders die uitgeput zijn door de armoede en de brutaliteit van mannen. Met haar verhalen heeft Nannina een gezicht gegeven aan wie dat niet had, heeft ze de zwakkeren gered, heeft ze laten lachen en huilen. Maar nu is het aan Stephanie om haar stem terug te nemen, om in de verhalen een verlossing te zoeken, haar eigen verlossing, dat van een meisje dat een droom heeft: studeren en de vrijheid ontdekken. Stefania Spanò neemt ons mee naar het hart van een realiteit waarin men tussen de stegen, de binnenplaatsen en de pleinen nog steeds de echo van de tradities kan horen. De echo van een verleden dat nooit werkelijk voorbij is gegaan. De echo van een taal die muziek is. De echo van gebaren en bewegingen die van elke plek een openlucht theater maken. Twee hoofdpersonen, twee generaties, twee verschillende Secondigliano's die elkaar ontmoeten en met elkaar botsen. Één ding verandert nooit: het belang van woorden en verhalen. Vandaag net als toen. De auteur: Stefania Spanò is vertelster, Lis-tolk en ondersteuner in het voortgezet onderwijs. Ze leidt al jaren theaterworkshops, creatieve schrijfworkshops, empathische communicatie en visuele poëzie in de turbulente periferiën van de napolitaanse randgemeente, in de rest van Italië en in het buitenland. Als vertelster brengt ze de verhalen van de families en die van haarzelf rond. Ze droomt ervan de wereld rond te reizen met haar kinderen en terug te keren naar Secondigliano met antidota en exotische dranken van burgerlijke ongehoorzaamheid. Dit is haar debuutroman.